reetablierender [adj.]
Nominativreetablierendere
Akkusativreetablierenderen
Dativreetablierenderen
Genitivreetablierenderen
Nominativreetablierendere
Akkusativreetablierendere
Dativreetablierenderen
Genitivreetablierenderen
Nominativreetablierendere
Akkusativreetablierendere
Dativreetablierenderen
Genitivreetablierenderen
Nominativreetablierenderen
Akkusativreetablierenderen
Dativreetablierenderen
Genitivreetablierenderen
Nominativreetablierenderer
Akkusativreetablierenderen
Dativreetablierenderen
Genitivreetablierenderen
Nominativreetablierendere
Akkusativreetablierendere
Dativreetablierenderen
Genitivreetablierenderen
Nominativreetablierenderes
Akkusativreetablierenderes
Dativreetablierenderen
Genitivreetablierenderen
Nominativreetablierenderen
Akkusativreetablierenderen
Dativreetablierenderen
Genitivreetablierenderen
Nominativreetablierenderer
Akkusativreetablierenderen
Dativreetablierenderem
Genitivreetablierenderen
Nominativreetablierendere
Akkusativreetablierendere
Dativreetablierenderer
Genitivreetablierenderer
Nominativreetablierenderes
Akkusativreetablierenderes
Dativreetablierenderem
Genitivreetablierenderen
Nominativreetablierendere
Akkusativreetablierendere
Dativreetablierenderen
Genitivreetablierenderer
(Pos.)reetablierender
(Komp.)reetablierenderer
(Super.)reetablierenderst
Outras palavras (mesmo modelo) :
verquirlt nahestehend ungut erkämpfend zurücksehnender hinpurzelnd durchladend privatisierend heranschmeißend interkulturell gewandelt fremdsprachlich heterogener großschnauzig anfordernd wirklichkeitsgetreu absattelnd pariert geboomt predigend ... (32261 words)