nietend [adj.]
Nominativnietende
Akkusativnietenden
Dativnietenden
Genitivnietenden
Nominativnietende
Akkusativnietende
Dativnietenden
Genitivnietenden
Nominativnietende
Akkusativnietende
Dativnietenden
Genitivnietenden
Nominativnietenden
Akkusativnietenden
Dativnietenden
Genitivnietenden
Nominativnietender
Akkusativnietenden
Dativnietenden
Genitivnietenden
Nominativnietende
Akkusativnietende
Dativnietenden
Genitivnietenden
Nominativnietendes
Akkusativnietendes
Dativnietenden
Genitivnietenden
Nominativnietenden
Akkusativnietenden
Dativnietenden
Genitivnietenden
Nominativnietender
Akkusativnietenden
Dativnietendem
Genitivnietenden
Nominativnietende
Akkusativnietende
Dativnietender
Genitivnietender
Nominativnietendes
Akkusativnietendes
Dativnietendem
Genitivnietenden
Nominativnietende
Akkusativnietende
Dativnietenden
Genitivnietender
(Pos.)nietend
(Komp.)nietender
(Super.)nietendst
Outras palavras (mesmo modelo) :
verquirlt nahestehend ungut erkämpfend zurücksehnender hinpurzelnd durchladend privatisierend heranschmeißend interkulturell gewandelt fremdsprachlich heterogener großschnauzig anfordernd wirklichkeitsgetreu absattelnd pariert geboomt predigend ... (32261 words)