heimgereist [adj.]
Nominativheimgereiste
Akkusativheimgereisten
Dativheimgereisten
Genitivheimgereisten
Nominativheimgereiste
Akkusativheimgereiste
Dativheimgereisten
Genitivheimgereisten
Nominativheimgereiste
Akkusativheimgereiste
Dativheimgereisten
Genitivheimgereisten
Nominativheimgereisten
Akkusativheimgereisten
Dativheimgereisten
Genitivheimgereisten
Nominativheimgereister
Akkusativheimgereisten
Dativheimgereisten
Genitivheimgereisten
Nominativheimgereiste
Akkusativheimgereiste
Dativheimgereisten
Genitivheimgereisten
Nominativheimgereistes
Akkusativheimgereistes
Dativheimgereisten
Genitivheimgereisten
Nominativheimgereisten
Akkusativheimgereisten
Dativheimgereisten
Genitivheimgereisten
Nominativheimgereister
Akkusativheimgereisten
Dativheimgereistem
Genitivheimgereisten
Nominativheimgereiste
Akkusativheimgereiste
Dativheimgereister
Genitivheimgereister
Nominativheimgereistes
Akkusativheimgereistes
Dativheimgereistem
Genitivheimgereisten
Nominativheimgereiste
Akkusativheimgereiste
Dativheimgereisten
Genitivheimgereister
(Pos.)heimgereist
(Komp.)heimgereister
(Super.)heimgereistst
Outras palavras (mesmo modelo) :
verquirlt nahestehend ungut erkämpfend zurücksehnender hinpurzelnd durchladend privatisierend heranschmeißend interkulturell gewandelt fremdsprachlich heterogener großschnauzig anfordernd wirklichkeitsgetreu absattelnd pariert geboomt predigend ... (32261 words)