bekennend [adj.]
Nominativbekennende
Akkusativbekennenden
Dativbekennenden
Genitivbekennenden
Nominativbekennende
Akkusativbekennende
Dativbekennenden
Genitivbekennenden
Nominativbekennende
Akkusativbekennende
Dativbekennenden
Genitivbekennenden
Nominativbekennenden
Akkusativbekennenden
Dativbekennenden
Genitivbekennenden
Nominativbekennender
Akkusativbekennenden
Dativbekennenden
Genitivbekennenden
Nominativbekennende
Akkusativbekennende
Dativbekennenden
Genitivbekennenden
Nominativbekennendes
Akkusativbekennendes
Dativbekennenden
Genitivbekennenden
Nominativbekennenden
Akkusativbekennenden
Dativbekennenden
Genitivbekennenden
Nominativbekennender
Akkusativbekennenden
Dativbekennendem
Genitivbekennenden
Nominativbekennende
Akkusativbekennende
Dativbekennender
Genitivbekennender
Nominativbekennendes
Akkusativbekennendes
Dativbekennendem
Genitivbekennenden
Nominativbekennende
Akkusativbekennende
Dativbekennenden
Genitivbekennender
(Pos.)bekennend
(Komp.)bekennender
(Super.)bekennendst
Outras palavras (mesmo modelo) :
verquirlt nahestehend ungut erkämpfend zurücksehnender hinpurzelnd durchladend privatisierend heranschmeißend interkulturell gewandelt fremdsprachlich heterogener großschnauzig anfordernd wirklichkeitsgetreu absattelnd pariert geboomt predigend ... (32261 words)