autorisierend [adj.]
Nominativautorisierende
Akkusativautorisierenden
Dativautorisierenden
Genitivautorisierenden
Nominativautorisierende
Akkusativautorisierende
Dativautorisierenden
Genitivautorisierenden
Nominativautorisierende
Akkusativautorisierende
Dativautorisierenden
Genitivautorisierenden
Nominativautorisierenden
Akkusativautorisierenden
Dativautorisierenden
Genitivautorisierenden
Nominativautorisierender
Akkusativautorisierenden
Dativautorisierenden
Genitivautorisierenden
Nominativautorisierende
Akkusativautorisierende
Dativautorisierenden
Genitivautorisierenden
Nominativautorisierendes
Akkusativautorisierendes
Dativautorisierenden
Genitivautorisierenden
Nominativautorisierenden
Akkusativautorisierenden
Dativautorisierenden
Genitivautorisierenden
Nominativautorisierender
Akkusativautorisierenden
Dativautorisierendem
Genitivautorisierenden
Nominativautorisierende
Akkusativautorisierende
Dativautorisierender
Genitivautorisierender
Nominativautorisierendes
Akkusativautorisierendes
Dativautorisierendem
Genitivautorisierenden
Nominativautorisierende
Akkusativautorisierende
Dativautorisierenden
Genitivautorisierender
(Pos.)autorisierend
(Komp.)autorisierender
(Super.)autorisierendst
Outras palavras (mesmo modelo) :
verquirlt nahestehend ungut erkämpfend zurücksehnender hinpurzelnd durchladend privatisierend heranschmeißend interkulturell gewandelt fremdsprachlich heterogener großschnauzig anfordernd wirklichkeitsgetreu absattelnd pariert geboomt predigend ... (32261 words)