Conjugação - Zitteraal

Zitteraal [n.m.]

Singular

NominativZitteraal

AkkusativZitteraal

DativZitteraal / Zitteraale

GenitivZitteraals

Plural

NominativZitteraale

AkkusativZitteraale

DativZitteraalen

GenitivZitteraale

Zitteraal [n.m.]

Singular

NominativZitteraal

AkkusativZitteraal

DativZitteraal

GenitivZitteraals

Plural

NominativZitteraale

AkkusativZitteraale

DativZitteraalen

GenitivZitteraale

Zitteraal

Abreviações

Pos. Positif

Komp. Komparativ

Super. Superlativ